Tips voor het gebruik van de spiekbrief
- Gebruik de spiekbrief! Hij activeert voorkennis en verbindt verschillende rekenfeiten met elkaar.
- Laat de spiekbrief invullen direct voordat het werkblad gemaakt wordt.
- Kijk een nieuwe spiekbrief altijd na voordat het werkblad gemaakt wordt.
- Druk de spiekbrief op de achterkant van het werkblad af, zodat het blad steeds omgedraaid moet worden om te kunnen spieken.
- Laat eens na het invullen van de spiekbrief het moeilijkste splitsschema omcirkelen voordat het werkblad wordt gemaakt.
- Laat eens van te voren het moeilijkste splitsschema omcirkelen, en laat alleen dat splitsschema invullen op de spiekbrief.
- Laat eens uit het hoofd een spiekbrief maken op de lege achterkant van een werkblad.
Samen 10
Hier draait het om de splitsingen van 10: 1 + 9, 2 + 8, 3 + 7, 4 + 6, 5 + 5, en natuurlijk de omkeringen.
Als hulpmiddel (spiekbrief) gebruiken we splitsschema's. Aan één splitsschema worden meerdere plus-, min- en vleksommen gekoppeld. Bij de vorige spiekbrief (dubbelen) hadden we nog niet te maken met omkeringen. Nu wel. Om het aantal splitsschema's beperkt te houden, koppelen we aan elk splitsschema twee plussommen (elkaars omkeringen). Er is een variant van de spiekbrief waarop de hoeveelheden uitgebeeld worden en geteld kunnen worden. Dit kan helpen bij het doorzien van de omkeringen. Er is ook een kale spiekbrief met alleen splitsschema's zonder hoeveelheden, waarbij dus niet geteld kan worden.
Het Werkblad Splitsschema's bestaat geheel uit splitsschema's, waarbij splitsingen van 10 afgewisseld worden bekende splitsingen (dubbelen, 2 erbij) van getallen tot 10.
Het Werkblad Meer/minder/precies heeft de sommen verspreid over de pagina staan. De bedoeling is dat eerst alle sommen worden opgespoord waarbij het antwoord 10 is; deze moeten omcirkeld worden. Om te voorkomen dat leerlingen lukraak alle “moeilijke” sommen omcirkelen, staan er ook sommen op het blad waarbij het antwoord meer dan 10 is. Deze sommen hoeven niet gemaakt te worden, maar moeten doorgestreept worden. Tot slot zijn er sommen met een antwoord minder dan 10; deze moeten gemaakt worden. Dit werkblad oefent dus het nauwkeurig herkennen van getallenparen die samen 10 zijn.
Het Werkblad Rijtjes plus/min bestaat uit rijtjes plus- en minsommen. Bij de eerste twee rijtjes gaat hem alleen om aftrekken van het tiental. Daarna worden de nieuwe sommen afgewisseld met bekende sommen (dubbelen, 2 erbij/eraf).
Het Werkblad Rijtjes vleksommen bestaat uit rijtjes met vleksommen (plus en min). Bij de eerste drie rijtjes gaat hem alleen om aftrekken van / optellen naar het tiental. Daarna worden de nieuwe sommen afgewisseld met bekende sommen (dubbelen, 2 erbij/eraf).
Sommige splitsingen van getallen onder de 10 (5 + 4, 5 + 3) komen niet aan bod op deze werkbladen. Hierdoor kunnen de splitsingen van 10 extra “vroeg” aangeleerd worden, en zo extra leertijd krijgen.
Materialen
| Spiekbrief, alleen splitsschema's | invulversie | ingevuld | ingevuld, met sommen | ||
| Spiekbrief, ook met hoeveelheden | invulversie | ingevuld | ingevuld, met sommen | ||
| Werkblad Splitsschema's | versie A | versie B | versie C | versie D | willekeurig |
| Werkblad Meer/minder/precies | versie A:   | versie B: | versie C: | versie D: | willekeurig |
| Werkblad Rijtjes plus/min | versie A: | versie B: | versie C: | versie D: | willekeurig |
| Werkblad Rijtjes vleksommen | versie A: | versie B: | versie C: | versie D: | willekeurig |
Materialen elders
- Deze stof hoort bij Drempel 1 van Rondje Rekenspel. Het spel Duo Tien! sluit goed aan op deze stof. De meeste andere spellen van Rondje Rekenspel Drempel 1 oefenen niet alleen de splitsingen van 10, maar ook de overige splitsingen onder de 10.