Dubbelen over het tiental, toepassen tot 100

Deze werkbladen zijn voor kinderen in groep 4 en hoger die al kunnen rekenen tot 100, maar die de overschrijdingen van het tiental nog moeten automatiseren.

De dubbelen 6 + 6 = 12, 7 + 7 = 14, 8 + 8 = 16, 9 + 9 = 18 worden toegepast op sommen tot 100, zoals: 26 + 6 = 32, 37 + 17 = 54, 88 - 9 = 79. Deze sommen moeten niet gememoriseerd te worden; ze worden met tussenstappen uitgerekend. Daarom wordt dezelfde spiekbrief gebruikt als bij Dubbelen over het tiental.

Bij alle werkbladen worden de sommen met dubbelen over het tiental gemengd met sommen zonder onderschrijding van het tiental en met sommen tot het tiental (bij plus) of vanaf het tiental (bij min). Daarnaast komen er ook sommen aan bod met plus 2, min 2, en met uitkomst 2; ook deze sommen kunnen het tiental kunnen overschrijden, zoals bij 29 + 2 = __ of 51 - 49 = __.

Het werkblad Rijtjes plus/min 1 bevat sommen van het type te + e. Het werkblad Rijtjes plus/min 2 bevat sommen van het type te + te. Voor de werkbladen met vleksommen geldt dezelfde verdeling.

Materialen

Spiekbrief	invulversie	ingevuld	leeg	even/oneven
Werkblad Rijtjes plus/min 1 (te + e)	versie A:	versie B:	versie C:	versie D:	willekeurig
Werkblad Rijtjes plus/min 2 (te + te)	versie A:	versie B:	versie C:	versie D:	willekeurig
Werkblad Rijtjes vleksommen 1 (te + e)	versie A:	versie B:	versie C:	versie D:	willekeurig
Werkblad Rijtjes vleksommen 2 (te + te)	versie A:	versie B:	versie C:	versie D:	willekeurig