De sommen 13 + 3 = 6, 14 + 4 = 8, 15 + 5 = 20 en de bijbehorende minsommen komen erbij. Deze sommen hoeven niet gememoriseerd te worden; ze mogen met een tussenstap uitgerekend worden. Daarom wordt dezelfde spiekbrief gebruikt als bij Dubbelen tot 10. Ook de sommen met 0, 1 of 2 erbij of eraf komen aan bod tot 20; hierbij kan overschrijding van het tiental plaatsvinden (9 + 2 = 11).
Er is één werkblad met gewone plus/min-sommen, en één werkblad met vleksommen.
| Spiekbrief, alleen splitsschema's | invulversie | ingevuld | ingevuld, met sommen | ||
| Spiekbrief, ook met hoeveelheden | invulversie | ingevuld | ingevuld, met sommen | ||
| Werkblad Rijtjes plus/min | versie A:![]() ![]() ![]() | versie B:![]() ![]() ![]() | versie C:![]() ![]() ![]() | versie D:![]() ![]() ![]() | willekeurig |
| Werkblad Rijtjes vleksommen | versie A:![]() ![]() ![]() | versie B:![]() ![]() ![]() | versie C:![]() ![]() ![]() | versie D:![]() ![]() ![]() | willekeurig |